‘Die dag in het voorjaar dat de koeien naar buiten kunnen, is de mooiste van het jaar’
Reina over haar biologische melkveehouderij
Op MelkveehouderEi Kalisvaart in Horssen lopen 32 melkkoeien, wat jongvee en 150 kippen rond. Het familiebedrijf van Reina en haar vader is biologisch en kleinschalig, maar groot genoeg om hun handen vol aan te hebben. In combinatie met de drie jonge kinderen die ze grootbrengt, is het voor Reina aanpoten en genieten tegelijkertijd. Gelukkig bruist ze van de energie: ‘Het voelt niet echt als werk, dit is waar mijn hart ligt.’
Van oudsher al biologisch
‘In de vroege morgen door de wei lopen, ooievaars die over me heen vliegen, verderop een hertje dat door de wei springt; dat zijn magische momenten.’ Reina heeft duidelijk een liefde voor alles dat leeft - en dat heeft ze niet van een vreemde: ‘Mijn vader is in 1998 omgeschakeld, maar werkte altijd al nagenoeg biologisch. De koeien gingen zoveel mogelijk naar buiten en hij gebruikte geen of nauwelijks kunstmest. Omdat we van oudsher al biologisch waren, konden we het net zo goed officieel maken. Sinds 2000 zijn we biologisch gecertificeerd.’
Reina zou het niet anders willen: ‘Een gangbare melkveehouderij zou ik niet over willen nemen. Ik ben ervan overtuigd dat we met de landbouw bijdragen aan het klimaatprobleem en dat we dus ook kunnen bijdragen aan een oplossing. Door minder intensief te werken en door meer rekening te houden met natuur en klimaat.’
Kippen achter de koeien aan
Het perceel van 28 hectare bestaat uit diverse weides van kruidenrijk grasland. Reina: ‘We laten de koeien ‘s zomers rouleren van weide naar weide. Is de ene goed begraasd, dan gaan ze naar de volgende.’ Waar de koeien zijn vertrokken, parkeert Reina vervolgens de kippenkar. Als de luiken van de kar opengaan lopen de kippen eruit, het weiland in: ‘Dat is goed voor de bodem. De kippen scharrelen achter de koeien aan en eten op wat zij hebben laten staan. Ook verspreiden ze de vlaaien over het land door erin te wroeten naar insecten. En de kippen produceren zelf ook weer vruchtbare mest.’
De eieren verkoopt Reina in de automaat aan de kant van de weg. ‘Het is wel lastig om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen,’ vertelt ze. ‘Ik kan de kippen met Pasen niet vragen twee keer zoveel eieren te leggen. Op is op, zo werkt dat met een product dat door dieren wordt gemaakt. Ik hoop maar dat de klant daar begrip voor heeft.’
Boer achter de computer
‘Het runnen van een biologisch melkveebedrijf is best pittig, zeker in combinatie met een jong gezin,’ legt Reina uit. De grootste uitdaging vindt ze de administratieve last en veranderende regelgeving: ‘Om onze certificering te behouden, worden we gecontroleerd en moeten we gedurende het jaar alles bijhouden. Ik weet niet of het echt meer boekhouding is dan een gangbaar bedrijf, maar de regelgeving voor biologisch is streng en verandert vaak. Daar komt bij dat de partijen die de melk inkopen ons ook vragen veel zaken bij te houden. Dat brengt nog meer administratie met zich mee. Het betekent dat ik regelmatig achter de computer moet, terwijl buiten nog van alles te doen is. Ik ben geen boer om de hele dag achter de computer te zitten.’
Dansende, weerbare, biologische koeien
Toch wint haar liefde voor de koeien het altijd: ‘Die dag in het voorjaar dat ze naar buiten kunnen, is de mooiste van het jaar. Elk jaar weer. Ze rennen en dansen en springen de weide in. Ik heb het al zo vaak gedaan en gezien, maar blijf het geweldig vinden. Ik begrijp dan ook niet dat er boeren zijn die hen het hele jaar op stal houden.’
Reina probeert het leven voor de koeien aangenaam te maken: ‘Ze gaan zoveel mogelijk naar buiten en we jagen ze niet te veel op. Door de kruiden in het gras krijgen ze ongetwijfeld meer vitaminen en mineralen binnen. We hebben ook geen melkras, maar MRIJ-vee, dat staat voor Maas-Rijn-IJssel, een Nederlands ras dus. De koeien geven wat minder melk, maar zijn wel lekker breed gebouwd. Ze hebben wat meer weerstand en zijn dus minder vatbaar voor ziektes.’ De familie Kalisvaart is geen voorstander van antibiotica: ‘Ik heb liever een gezonde koe die iets minder melk geeft, dan een koe waar elke keer iets mee aan de hand is.’
Biologisch opleiden
Als het aan Reina ligt, zouden veel meer boeren zo met hun dieren omgaan. ‘Het lijkt alsof veel veehouders oogkleppen op hebben, geen andere mogelijkheden kunnen of willen zien dan wat gangbaar is.’ Om de biologische sector een impuls te geven, moeten we volgens haar ook naar het onderwijs kijken: ‘Jongeren die net van de opleiding komen, willen een zo groot mogelijk bedrijf en zoveel mogelijk melk uit een koe halen. Dat streven naar efficiëntie wordt erin gestampt op school.’
‘Je kunt de agrarische sector niet veranderen als de scholen hetzelfde blijven doen,’ gaat ze verder. ‘Er moet op de opleiding tot veehouder meer aandacht komen voor alternatieve, duurzame, dier- en natuurvriendelijke manieren van werken. Als dat gebeurt, worden de leerlingen zich er bewust van en kunnen zij de nodige vernieuwing brengen. Hopelijk werkt dat effect door tot het einde van de keten: de consument. Voor we daar zijn, is nog wel een lange weg te gaan.’
De mening van de geïnterviewden op deze website vertegenwoordigt niet noodzakelijkerwijs de visie van de Rijksoverheid.